9 augustus 2022
Koos van den Berg over gelijkheidsdwang
Sinds 1922 voerden SGP-Kamerleden talloze keren het woord in het parlement. Sommige speeches springen eruit. In deze rubriek staan we stil bij bijzondere redes. Deze keer een bijdrage van Koos van den Berg over gelijkheidsdwang.
Het debat over de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) op 9, 10 en 11 februari 1993 was het dieptepunt in het parlementaire leven van Koos van den Berg. Terugblikkend was hij ‘oprecht geschokt en bedroefd’. De AWGB was een nadere uitwerking van het discriminatieverbod (artikel 1 Grondwet). In een uitvoerig, glashelder betoog legt Van den Berg uit waarom verabsolutering van het gelijkheidsbeginsel de geestelijke vrijheid bedreigt en leidt tot staatsdwang. Zijn betoog vindt geen weerklank. Volgens PvdA-minister Ien Dales plaatsten de kleine christelijke partijen zich met hun beroep op de Bijbel buiten de orde van het politieke debat.
De wet is volgens Van den Berg een keerpunt: "De wortels van de Nederlandse Staat liggen in de strijd van onze voorouders voor de godsdienstvrijheid. Het ging onze voorouders en het gaat ons nog steeds om de vrijheid om de levende God naar Zijn Woord te dienen. De AWGB treft die vrijheid in het hart. Dat is tijdens de mondelinge behandeling onverhuld zichtbaar geworden. Het geloof wordt teruggedrongen tot de privésfeer. Kernpunt van mijn betoog was, dat deze wet geloof en godsdienst als grondslagen voor maatschappelijk en politiek handelen miskent. Tot de godsdienstvrijheid is tot op heden steeds gerekend, de vrijheid om dit ook tot uitdrukking te brengen in het maatschappelijk leven, onder andere door zelfgekozen organisatievormen. Dat uitgangspunt lijkt nu tot het verleden te gaan behoren."
Lees hier de hele bijdrage van Koos van den Berg
Bekijk hier de officiële handelingen van de Tweede Kamer (9 feb)
Bekijk hier de officiële handelingen van de Tweede Kamer (10 feb)
Bekijk hier de officiële handelingen van de Tweede Kamer (11 feb)
Geschreven door Ardjan Boersma, beleidsmedewerker bij de SGP-Tweede Kamerfractie.