18 juli 2022

Steeds een fractie beter

Zo’n vier decennia neem ik het werk van de SGP-fractie in de Tweede Kamer waar. Soms van dichtbij, meestal van enige afstand. Hoe zit het nu met de relatie tussen de ‘Haagse fractieburelen’, de partij en de andere partijgeledingen?

Een stippellijntje
Op verzoek van SGP-Jongeren deed ik in de jaren 90 een poging om aan jonge lezers uit te leggen hoe de organisatie van de SGP in elkaar steekt. Met een heus organigram erbij.1 Nu ik dat inmiddels achterhaalde schema nog eens bekijk, valt het me op dat daarin de politieke fracties met stippellijntjes verbonden zijn aan de partijorganisatie. Waarom? Wel, volgens de SGP hebben fracties een zelfstandige positie. Ze zijn niet ondergeschikt aan het partijbestuur.

Collectief geheugen 
De Grondwet stelt dat leden van de Staten-Generaal persoonlijk zijn gekozen en ‘zonder last en ruggespraak’ spreken en stemmen. Politici mogen niet gedwongen worden tot een voor- of tegenstem. De SGP heeft gewetensvrijheid hoog in haar vaandel staan, partij- en fractiediscipline is dus uit den boze. Volgens mij verklaart dit mede waarom SGP-politici het in de regel veel langer uithouden in een politieke functie dan bij andere partijen het geval is. Het ‘spreken en stemmen zonder lust en ruggengraat’ houd je als normaal mens niet zo lang vol... Overigens zegt dat stippellijntje zeker niet dat de SGP-fractie in de Tweede Kamer en de andere partijgeledingen elkaar als schepen in de nacht passeren. Regelmatig overleggen we in partijverband. Mailtjes en telefoontjes gaan over en weer. Soms vragen de Kamerleden of hun medewerkers een advies. Vaak benaderen ze deskundigen binnen, maar zeker ook buiten de partij. Waar dat kan, helpen we elkaar.

Brussels voorpoortaal 
In de tijd dat ik bij de fractie in het Europees Parlement (EP) mocht werken, onderhielden mijn collega’s en ik goede contacten met partijgenoten in de Tweede Kamer. Voorstellen voor EU-regelgeving komen namelijk eerst op de EP-agenda. Pas nadat de Raad van Ministers een EU-richtlijn heeft vastgesteld, komt die als wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Daar kan zomaar een jaar tussen liggen en dus is het wijs om tijdig te overleggen met de collega’s in Den Haag. Op die manier krijg je ongewenste ontwikkelingen sneller in het vizier. Je weet dan op welke omstreden punten de EU-voorstellen gewijzigd moeten worden.

Op steenworp afstand
In 2006 kwam ik in dienst bij de Guido de Brès-Stichting, de denktank ten dienste van de SGP. Toen leerde ik de partijorganisatie meer van binnenuit kennen. Niettegenstaande de goede collegiale sfeer op het partijkantoor, liep toch de gebrekkige afstemming tussen de verschillende geledingen al snel in het oog. Partijvoorzitter Wim Kolijn was al aan de slag gegaan om een keer ten goede te bewerkstelligen. Na wat interne strubbelingen werd in 2008 begonnen met het maken van een gezamenlijk beleidsplan voor de SGP als geheel. Daaraan zouden alle geledingen hun steentje bijdragen. Door samen iets te doen, kom je verder dan alles op eigen houtje organiseren.

Vrolijkheid
Wanneer we bij het partijbureau in Rotterdam een poststuk binnenkrijgen voor de SGP-fractie, stemt dat altijd weer tot vrolijkheid. Of het nu een boek is voor Chris Stoffer of een zak drop voor Menno de Bruyne. Andersom zijn er partijleden die naar de fractie bellen om een adreswijziging door te geven, of omdat ze iemand van het partijbureau willen spreken. Van mensen die veel sympathie hebben voor de SGP maar zich verder niet zo in haar organisatie verdiepen, leren we onszelf te relativeren. Vanuit het Rotterdamse blijven we onze politici in Den Haag graag een steuntje in de rug geven. En dat geldt niet minder voor SGP’ers in Brussel en in alle gewesten, waterschappen en gemeenten. 

Geschreven door Jan Schippers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP