11 juli 2022

Ministers van het woord

Elders in deze speciale editie zal ongetwijfeld en terecht aandacht zijn voor het geslaagde verzet van SGP-fractieleider G.H. Kersten tegen het Nederlands gezantschap bij het Vaticaan, ‘een van de meer memorabele gebeurtenissen uit de parlementaire geschiedenis’, aldus Joop van den Berg en Jan Vis in hun standaardwerk De eerste honderdvijftig jaar.

Inderdaad memorabel, maar het wegsturen van het eerste kabinet-Colijn is niet illustratief voor de rol die de SGP de afgelopen honderd jaar in de Tweede Kamer heeft gespeeld. Het was een incident, ook al omdat het virulente antipapisme van destijds goeddeels is versleten. De ‘nacht van Kersten’ zegt weinig over de ware betekenis van de SGP in de Tweede Kamer.

Bij de journalistieke waarnemer aan de zijlijn vallen andere aspecten op. Zoals het weigeren om mee te lopen met de goegemeente, oog hebben voor de belangen van de wat kleinere ondernemers en het etaleren van het besef dat de overheid weliswaar respect verdient, maar niet zaligmakend is; er is meer tussen hemel en aarde. En dat is een verademing, aangezien andere fracties ten onrechte juist alle heil van die overheid verwachten.

Maar er is meer. Juist in een tijd dat de meeste debatten in de Tweede Kamer veel weg hebben van kluitjes- voetbal, weet de SGP het speelveld breed te houden. Nooit gebonden aan een regeerakkoord of gedreven door lust om deel te nemen aan een coalitie, houdt ze principes overeind die andere partijen al lang hebben ingeleverd. Noch laat ze zich bij haar voorstellen tegenhouden door ‘praktische bezwaren’. De SGP weet nog te dromen.

Zo heeft Kees van der Staaij terecht een poging gedaan om geregeld te krijgen dat Europese verdragen instemming behoeven van twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen in Eerste en Tweede Kamer. Een logische uitwerking van artikel 91 van de Grondwet. Helaas is deze poging mislukt, maar de waarde van de SGP zit minder in het slagingspercentage van haar pogingen, dan in de pogingen zelf.

Tot slot speelt de SGP een rol in de Tweede Kamer door de principes van het staatsrecht overeind te houden, door het gezag waarmee ze, dankzij de vaak langdurige zittingstermijnen van haar leden, spreekt over parlementaire procedures, en de gave van het woord waarmee veel van haar leden behept zijn en die ongetwijfeld een gevolg is van het belang dat in deze kringen wordt gehecht aan het Woord, de uitvoerige bestudering van dat Woord, en een soms langdurige training als dominee, de minister van het Woord.

Al met al is de SGP het levende argument tegen het invoeren van een kiesdrempel die verder zal bijdragen aan de transitie van de Tweede Kamer van leeuw tot lam. Anders gezegd, als de SGP niet bestond, zou ze subiet moeten worden uitgevonden.

Geschreven door Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier Weekblad