26 juli 2022

Portret 7: Ds. H.G. Abma

Ds. H.G. Abma

Datum beëdiging: 31-7-1963
Eerste woordvoering plenair: 13-11-1963, bijdrage n.a.v. begroting Justitie
Eerste eigen motie of amendement: 14-5-1974, motie over deugdelijke naleving van wetten; verworpen
Eerste Algemene Beschouwingen: 13-10-1971
Bijzonderheden: 14-5-1974 interpellatie n.a.v. uitlatingen over burgerlijke ongehoorzaamheid door minister van Justitie Van Agt in een interview met Elseviers Weekblad

‘Abma, de fijnzinnige’. Zo typeerde Kamervoorzitter Dolman dominee Abma hem ooit. ‘De beste stylist van het parlement’. Hij bezat de gave met woorden en begrippen te kunnen spelen als weinig anderen. Ook in dat opzicht, was hij een dienaar des woords. Ook bediende de SGP-afgevaardigde zich van een subtiele humor, die echter lang niet door iedereen werd begrepen. Ds. Abma was op z’n best was als er sterk ethisch geladen thema’s aan de orde waren, waarbij geopereerd moest worden op het snijvlak van Wet en Evangelie. Denk aan onderwerpen die de hele samenleving beroerden, zoals: de ‘drie van Breda’, de Lockheedaffaire, het oorlogsverleden van CDA-fractievoorzitter Aantjes, abortus.

Kamervoorzitter Deetman zei het later zo: “Vaak klonken zijn woorden niet politiek, maar bezorgd en pastoraal.” Bij het zwaarbeladen en voor Nederlandse begrippen ongekend emotionele debat over de vrijlating van drie vreselijke Duitse oorlogsmisdadigers, werd er des te meer uitgekeken naar de bijdrage van ‘de dominee’. Een collega-Kamerlid noteerde daarover na afloop “De Kamer luisterde alom met intense aandacht. Na zijn rede verdrongen liberale, socialistische, KVP-, AR- en CHU-collega’s zich achter het groene gordijn om hem voor zijn speech te bedanken. Of men het ermee eens was of niet, er was iets substantieels, zo niet fundamenteels gezegd!” En dan te bedenken dat de geboren Fries bepaald geen makkelijke prater was. Hij sprak zacht en vaak in brokstukjes. Ook in kleine kring meer bedachtzaam dan spraakzaam. Meer dan eens werd hij op z’n werkkamer ‘betrapt’ op... denken. Het kon gebeuren dat als je onverhoeds binnenkwam, hij in z’n stoel in gedachten verzonken zat. “Dominee denkt.” Oók typerend: op spreekgestoelte richtte hij vaak zijn blik schuin omhoog.