Aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag staat de tijdelijke locatie van de Tweede Kamer. In een gang boven in het gebouw is het opvallend rustig. Laat u niet foppen, want schijn bedriegt. Hier wordt hard gewerkt! De enige reden waarom de SGP’ers die daar huizen, zó rustig blijven, is omdat er voor dit interview foto’s moeten worden gemaakt. De SGP-fractie in de Tweede Kamer is nu een team van vijftien personen, bestaande uit Kamerleden, secretariaat, voorlichting en fractie ondersteunende beleidsmedewerkers. Bij een kijkje achter de schermen, komen ze allemaal aan het woord. Het tweede deel van dit interview komt binnen korte termijn beschikbaar.  

Het leven in politiek Den Haag bestaat uit enerzijds de historische, grootse omgeving, maar anderzijds is er ook de gezellige ‘gezinssfeer’ van een hecht team. Dit leven is voor de SGP-bewoners van het (nieuwe) Binnenhof niet met één woord te omschrijven. Als je de verschillende beelden probeert samen te smelten, zie je een veelzijdig, bruisend warm bad, dicht bij het vuur, met een turbulente, onophoudelijke golfslag en verrassende getijden. Als dat beeld iets te pompeus is, geven Janie en Arnold de korte versie: ‘nooit saai’. Daar hebt u het dus: het leven bij de SGP-fractie.

De motivatie
Wat je het mooiste en moeilijkste aan je werk vindt, kan heel erg afhangen van wat je precies als je taken hebt. Een paar mooie omschrijvingen die voorbijkwamen, geven een breed gedeelde beleving. Kees laat zien dat het gaat om Woord én daad, in de Kamer én in het land. “Ik vind het mooi als we een goed woord uit het Woord kunnen spreken, zoals bij de Algemene Beschouwingen. Maar je moet ook je steentje bijdragen aan goede besluitvorming om bijvoorbeeld voor gezinnen op te komen, of voor defensie. Heel waardevol zijn ook de werkbezoeken bij boeren, ondernemers en in bijvoorbeeld een zorgcentrum.” Henri: “Het mooiste vind ik om het Evangelie letterlijk handen en voeten geven, vooral richting de kwetsbare, gemarginaliseerde medemens.” Chris: “Het is mooi om kleine dingen met grote impact voor mensen in ons land voor elkaar te krijgen. Het moeilijkst vind ik dat vele collega’s niet inzien dat een leven volgens Gods goede geboden het allerbeste perspectief biedt.” Die kloof ervaren de Kamerleden alle drie en daarom is het goed om een levensles van Roelof hier te noemen: “Het goede zoeken voor de inwoners van ons land doen we door de hele dag te werken alsóf het van ons afhangt. Maar aan het eind van de dag, geven we het, bewust van onze afhankelijkheid, terug in Gods handen.

Drie kanten van één team
Het politiek meest betrokken gezin, zoals Gijsbert de fractie karakteriseert, is onder te verdelen in verschillende functiegroepen. Je hebt drie Kamerleden, twee mensen op het secretariaat, drie voorlichters en zeven beleidsmedewerkers. We buurten bij alle groepen in de historische volgorde waarin ze aan de SGP-fractie zijn toegevoegd.

Het Kamerlid
De Kamerleden hebben verreweg het bekendste beroep. Zij zijn de volksvertegenwoordigers die de debatten voeren met andere partijen om te proberen om zo goed mogelijk de belangen van de burgers te behartigen en het land zodoende leefbaar te houden, of te maken. De SGP-Tweede Kamerleden zitten in een kleine fractie en worden dus gedwongen om ‘generalist’ te zijn. Dat houdt in dat zij zich niet als specialisten alleen kunnen bezighouden met dat ene onderwerp waar ze veel vanaf weten, maar dat ze zich met verschillende groepen onderwerpen (portefeuilles) moeten bezighouden. Natuurlijk worden de taken wel zo verdeeld dat elk Kamerlid zijn eigen specialismes goed kan inzetten.

Het secretariaat
Een tweede groep binnen de SGP-fractie is het secretariaat. Historisch is dat ook de eerste assistentie die de Kamerleden kregen. Natuurlijk werd een Kamerlid wel hier en daar ondersteund, maar dat was geen officiële functie tot in de late jaren 60.

Janie omschrijft haar functie als volgt: “Je ontzorgt de Kamerleden zodat zij hun aandacht maximaal kunnen geven aan de (voorbereiding van) debatten. Zo zorg je voor de post en e-mail, je organiseert de agenda en regelt afspraken in het land.” De kwaliteiten die je daarbij niet kunt missen, zijn volgens Janie een goed relativeringsvermogen, een positieve en dienstverlenende instelling en je moet houden van afwisseling.

Als je zou proberen voor te stellen wat er gebeurt als het secretariaat er niet zou zijn, helpt Jenny je uit de droom: “Dat zou ten koste gaan van de inhoud, want de Kamerleden en beleidsmedewerkers zouden zich niet volledig op de inhoud kunnen richten, maar ook allerlei organisatorische dingen hebben om zich druk over te maken.

Waar Kamerleden zich bijvoorbeeld druk over kunnen maken, is het aantal berichten en telefoontjes dat bij de SGP-fractie binnenkomt. De ervaring leert dat mensen gemakkelijker een bericht schrijven dan de telefoon pakken. Daarom beperkt het aantal telefoontjes zich tot enkele tientallen, maar het aantal mailtjes kunnen er wel honderden zijn. Janie: “In een week zit je wel aan een paar duizend e-mails. Het is best een klus om dat te kanaliseren. Je moet er namelijk wel voor zorgen dat de Kamerleden de relevante berichten tot zich kunnen nemen.

Moet je trouwens van goeden huize komen om de Kamerleden van de SGP goed onder de duim te houden? De dames lachen al bij de gedachte. "Dat valt allemaal best mee. Natuurlijk vergt de ene persoon een andere aanpak dan de andere, maar wij hebben het best getroffen met ons fijne team en met onze Kamerleden. Ze zijn zo volgzaam als wat!"

De beleidsmedewerker
Vanaf de jaren 70 kwam er ook fractie- ondersteuning voor het inhoudelijke werk. De beleidsmedewerker is sinds die tijd niet meer weg te denken bij de SGP-fractie. Sander: “Beleidsmedewerkers ondersteunen de Kamerleden bij hun werk. Je zorgt ervoor dat hij goed voorbereid aan het debat begint. Je zorgt daarbij dat het SGP-geluid over de onderwerpen in de portefeuille goed naar voren komt.” “Concreet komt de kern van het werk neer op veel lezen en schrijven”, vult Hans aan. Je bent ook bezig met strategisch denken. Arnold: “Je verdiept je niet alleen in wat de SGP wil, maar ook welke kant de regering op wil. Dan probeer je vervolgens tot voorstellen te komen die op draagvlak kunnen rekenen, zodat het beleid wordt bijgesteld in de richting van de SGP-visie.”

Een andere kant van het werk van de beleidsmedewerker is het in contact komen en het contact onderhouden met belangenverenigingen, partijgenoten, ondernemers en bezorgde burgers. Om een goede beleidsmedewerker te kunnen zijn moet je in elk geval stressbestendig zijn, politiek inzicht hebben en strategisch kunnen denken. Flexibiliteit is ook een kernvereiste. Sander: “Er wordt heel vaak geschoven in debatten en afspraken. Een afspraak staat eigenlijk pas als hij is geweest...”

Ook hier is het haast beledigend om je een voorstelling te willen maken van wat er gebeurt als er geen beleidsmedewerkers zouden zijn. Toch is het wel goed om dat even te proberen, want je beeld wordt meteen scherp gesteld. Arnold: “Kamerleden zouden zelf hun speeches moeten schrijven en alles moeten lezen. Ook burgers die ons benaderen zouden allemaal moeten wachten tot dat gebeurd zou zijn voordat het Kamerlid met veel geluk nog een e-mail zou kunnen beantwoorden. Waarschijnlijk zou het Kamerlid daar helemaal niet meer aan toekomen om toch dezelfde hoeveelheid debatten te kunnen voeren.” SGP’ers staan er dan ook om bekend dat ze bij heel veel debatten aanwezig zijn. Terugrekenend is dat dus deels de verdienste van het ondersteunende personeel op de fractie.

Gijsbert ziet toch nog wel een andere kant van de situatie. “Als wij er niet zouden zijn, zouden Kamerleden een stuk minder worden lastiggevallen met extra ideeën. En secretariaat en voorlichting zouden veel gemakkelijker hun eigen ideeën kunnen ontplooien zonder onze kritisch keurende blik.”

Een onderdeel van het werk valt wel op: het lezen. Hoeveel wordt er eigenlijk gelezen en hoe past dat binnen de beschikbare tijd? Esther: “Het komt regelmatig voor dat je op een dag meerdere debatten moet voorbereiden. Een debat kan meer dan twintig agendapunten hebben. Dan moet je niet verbaasd zijn als je 800 pagina’s tekst op een werkdag moet doornemen. Dat lukt alleen als je ook ‘scannend’ kunt lezen. Om die hoeveelheid de baas te kunnen, helpt het om notities te maken.”

Maar moet je dan alles weten over de onderwerpen van de debatten? Het geruststellende antwoord is dat je niet alles hóéft te weten. Gijsbert: “Het is zelfs goed als je kunt selecteren wat nuttig en nodig is.” Sander: “Er zit ook veel informatie bij brancheorganisaties en mensen uit het werkveld.”

Het antwoord van Arnold op de vraag hoe het staat met de werkdruk: “Je hoeft je niet te vervelen.” Geruststellend! “Je kunt lange dagen maken, maar je kunt ook proberen er nog een privéleven op na te houden.” De langste werkdagen zijn de bijzondere momenten, zoals een coronadebat, of bij de Algemene Beschouwingen. Ardjan: “Voor een van de eerste coronadebatten vertrok ik ’s ochtends om 7.30 uur van huis en ik was rond 1.30 uur in de volgende nacht weer thuis.”

De voorlichter
De ‘nieuwste’ functie binnen de fractie is die van voorlichter. Maar nieuw is relatief, want ook Menno de Bruyne is inmiddels bijna 40 jaar actief bij de SGP. Wel is een deel van deze functie nieuw, want Daniëlles zorg voor de sociale media is nog niet zo lang gebruikelijk. Het belang van de voorlichters legt Cornel ons uit: “SGP-Kamerleden stellen zich (meestal) nogal bescheiden op. Dan hebben ze bijvoorbeeld zoveel honderdduizenden euro’s geregeld voor het gezin, of voor de veiligheid, maar dan krijgt niemand er iets van te horen. Maar in een democratie moet je het juist hebben van de waardering en steun die je krijgt van je achterban. Daarom hebben de voorlichters onder meer de taak om bekendheid te genereren.”

Op wat voor uitingen (berichten, filmpjes, posts) komen dan de meeste reacties? Menno: “Soms krijg je dat als je een pittige politieke uitspraak doet. Vaker gebeurt dat bij leuke of interessante wetenswaardigheden. Bij mij doen historische vergelijkingen het ook goed.” Bij Daniëlle valt het ook op dat belangrijke thema’s natuurlijk veel aandacht krijgen. Het raakt mensen blijkbaar en dan is het belangrijk om te weten wat de SGP-politici ergens over te melden hebben. “Ik denk dan aan posts rondom corona, de avondklok en 2G. Daarop krijg je veel reacties. Maar ook persoonlijke berichten van Kamerleden doen het goed. Daarnaast proberen we op zo veel mogelijk reacties of vragen te reageren. Dat wordt gewaardeerd.”

Om een goede voorlichter te zijn, moet je dus oog hebben voor de boodschap en de ontvangers, maar ook moet je goed kunnen relativeren. Menno: “Dat gaat me helaas niet altijd goed af als boeren en koeien als misdadigers worden afgeschilderd, of als de gendergekte gewoon doorgaat, of de geschiedenis wordt verminkt door fanatici die zichzelf als het middelpunt van het universum zien.”

De langste werkdagen van een voorlichter kunnen ook tot in de kleine (of iets grotere) uurtjes duren: Menno: “De langste werkdagen had ik na een politieke crisisnacht. Ik bleef een nacht over op het Binnenhof en ging pas de andere avond naar huis. Recent was er het beruchte ‘functie-eldersdebat’. Toen ging ik niet met de laatste trein naar huis, maar met de eerste van de volgende dag." Het mooiste aan het voorlichterswerk vindt Daniëlle om op een creatieve manier het werk van de Kamerleden op bijvoorbeeld sociale media te laten zien. “Denk bijvoorbeeld aan het SGP-week- journaal op vrijdag.” Ook wordt er samen met de collega’s van het partijbureau in Rotterdam regelmatig een uitzending van Studio SGP uitgebracht.

Dit interview is geschreven door Sjon van de Ree Dolaard, eindredacteur van De Banier.